13 mei 2009



artdistrict

11 mei 2009



Meer foto's op facebook: Kees Haring

08 mei 2009

Bas Beckham

Klik en lach:

Hired By Haier

05 mei 2009

Dag 10
Rond 4 uur vertrekken we richting de eindhalte van de busroutes. De overvolle bus richting Guilin zorgt wederom voor een sputterende airco. Mijn treinticket voor morgen zal bezorgd worden in het nieuwe hostel. Als we daar ruim na etenstijd aankomen gaan we eerst naar het station om tickets te kopen voor de meiden, die vrijdag pas terug zullen komen. Als om 9 uur dan eindelijk een bord eten voor mijn neus verschijnt, smaken de “Spareribs” naar Whiskas met stukjes bot. Deze specialiteit werd ons toch echt verkocht als “Very deliciouesjs!”. De dvd speler in het hostel is ook al kapot, dus gaan we maar naar bed. Kut zo’n laatste dag.

Dag 11 Klaar voor de start, honderd jaar te gaan!
Daan vertelde gister dat ze onze Koreaan, Choi, weer was tegen gekomen bij het rots klimmen. Nog steeds teleurgesteld over de vermissing van zijn alpinisten tentje, vroeg hij zich toch echt af hoe dat ene leuke liedje ook alweer ging: “Kregedeng, Kregedeng, een kilometer spoor dat schiet onder mij door..” Ook verteld ze hem dat Frans Bauer helemaal het einde is in Nederland.
In de middag, in het hostel, wachtend op mijn trein, ontmoet ik Ming. Ze is net klaar met haar management stage op Aruba, met daar aan vast gekoppeld een uitgebalanceerde hoeveelheid vakantie. De tijd vloog om en ineens moest ik opschieten om mijn trein te halen. Natuurlijk kom je de leukste mensen tegen als je net weg moet.
19h02 Als ik een halfuurtje later geïnstalleerd ben in mijn trein, is de bejaarde bevolking van het compartiment al schreeuwerig in overleg waar ik dan wel niet vandaan kom. Zelf gaan ze naar een plek die ik absoluut, met geen mogelijkheid, niet ken en die ik dus maar stotterend glimlachend najouw. Een van de vrouwen begint me vrijwel onmiddellijk enthousiast te voeren. Het naar kokos smakende, kokoswax gestructureerde, kokoskauwgomachtige pakketje is best lekker, ondanks de sterk doordringende kokossmaak en het lange kauwen. Het poeder dat lijkt op Heroïne, moet ik vervolgens, verplicht, volgens eeuwenoude traditie in een keer in mijn mond gooien. Het goedje beland op mijn speekselklieren en veranderd mijn mond in recordtijd in een prehistorische droogvlakte. Als ik hoest ploft er een wolkje door het fel witverlichte treinstel.
19h55 O mijn god, we hebben hier te maken met een feeder. Toen ik me daarnet beneden durfde te vertonen om mijn eerste noodles soep soldaat te maken, werd me een dozijn broodjes in de handen gedrukt, en tot overmaat van ramp ook nog 3 pakketjes met de kokosachtige kokosgelei. Ik was zeer onbeleefd toen ik weigerde dat mevrouw 2 kokend water in mijn denkbeeldige kopje zou gooien.

Dag 12 Tjoeke-tsjoeke!
7h05 Vanaf zeven uur ’s ochtends is het geoorloofd om op vol Chinees volume door de trein te tetteren. Op een overzicht zag ik net dat ik vanavond pas om half 12 aankom in Beijing. Het meisje in het bed naast me lijdt aan een spraakwaterval, ze begint een langdradige monoloog tegen haar tante, die in het bed onder mij de hele dag heeft liggen snurken.
9h25 Godvergeten pokken radio! Elk station wordt tien keer aangekondigd en vervolgens moeten alle nieuwe reizigers natuurlijk weten wat er te eten is in het smerige rijdende restaurant: Maag Kramp aan het Spoor.
16h39 Eerste poging om mijn kaartje te verlengen. Als er eindelijk een Engels sprekende mede passagier is gevonden, blijkt ze van het herhalende type te zijn; Als alles duidelijk is, zeg je het nog een keer maar dan net iets anders. Nu lig ik dus te wachten op een kaartje op mijn bed, dat 20 cm te laag is om rechtop te kunnen zitten. Nog te gaan 4 uur en 45 minuten.
De radiostilte werkt bevrijdend, gelukkig zijn mijn bejaarde onderburen van het moderne type en knalt er al gauw een zenuwslopend traditioneel gejengel door hun spiksplinternieuwe Motorola, die zij vals neuriënd begeleiden. Het enige Engelse gesprek dat ik de hele dag gevoerd heb was met een andere oudere. “Weuairdaaaryoaeu frrrroam?”, waar ik vandaan kom, dat hij ontzetten blij is met te ontmoeten, dat het mooi weer is, en dat ik ten zeerste welkom ben in zijn compartiment, waar ik de rook van de sigaretten van zijn vrienden al rond zie drijven. Beleef wijs ik de uitnodiging van de hand. Ondertussen hoor en zie ik mijn voerende compartimentgenoot een flinke rochel plaatsen in het zakje waaruit ze mij eerder nog misselijk heeft gevoerd.
19h30 Ik zeg, en ik herhaal: Open geen pakje doppinda’s op de bovenste verdieping van een slaapcoupe. Open geen pakje doppinda’s op de bovenste verdieping van een slaapcoupe.
19h55 Ruikt de trein naar mij of ruik ik naar de trein?
21h16 Schuimbekkend kan ik nog net de tijd noteren.
23h30 Stipt, de trein deuren openen zich.
23h50 Een taxi rijdt de koud aanvoelende nacht van Beijing in. Naast de chauffeur zit een jongeman met de lijfgeur die voor het eerst de stank van een Chinese taxi overstemt. Met het gevoel van een thuiskomst in zijn botten, ademt hij de stofwolken diep in door de openstaande ramen, zich afvragend of er een woord is dat de spiegel vormt voor heimwee.

04 mei 2009

03 mei 2009

Dag 6
Uitgeslapen huren we fietsen om de omgeving te verkennen. De smalle weg langs het water, wijkt af van de rivier en 5 minuten later verzand de route in een dorpje. Als we te dicht bij een woning fietsen, jaagt een hond Joyce de stuipen op het lijf, enige troost is dat het beest deze winter als maaltijd zal dienen. Laura en Joyce besluiten al gauw om aan de rivier te gaan zonnebaden. Daan en ik fietsen verder, terug door Yangshou volgen we een weg recht het land in. Flinke hellingen, met uitzicht op rijstvelden en bergen. Als ik Daan, rood aangelopen, net een heuvel verder heb geluld besluit ik terug te schakelen. De derailleur kraakt wat, en tegen de tijd dat ik tussen mijn benen kijk is hij al 2 volledige rondjes met het wiel mee gedraaid. Voor 40y kunnen we een lift terug krijgen. Alles tot dan toe ging omhoog. We freewheelen naar beneden. In Yangshou sleutelt een monteur aan een Suzuki. Met liefde, een tang en een dreun met een moker, komt de fiets krakend weer in beweging.
De rest van de dag en avond is besteed aan het filosoferen over een nieuwe locatie, knopen zijn niet gemaakt om zomaar door te hakken.

Dag 7 Rotsklimmen
Danielle is een ‘fucking monkey’, Laura klautert pezig omhoog en haalt haar knieën aan alle kanten open. Ik kan er geen hout van. Althans ik kies voor de mannelijke weg en doe het meeste werk met mijn armen. Vijf minuten later weigeren mijn vingers nog te luisteren naar de impulsen die ik wanhopig van onder mijn verhitte hersenpan naar ze toe zend.
Vanavond gaan we wat drinken met onze instructeur, Cindy, naast het klimmen geeft ze Engelse les op een middelbare school. Dat maakt gelijk duidelijk waar het misgaat in het onderwijs. Trillend van uitputting sta ik op vijftien meter hoogte. “Your so fit, Your so fit!”(Use your feet) ook links en rechts wordt regelmatig door elkaar gegooid.
Danielle wint een weddenschap door zonder vallen het moeilijkste parcours af te leggen. Chris, een Duitser die al drie dagen aan het klimmen is, kijkt jaloers naar boven vanaf het beginners heuveltje waar hij op een meter of vijf is blijven steken. Hevig zwetend, in zijn stinkende bergbeklimmers outfit, trekt hij vliegen aan vanuit de hele omgeving. Of we ons fruitafval alsjeblieft niet in de bossen willen gooien…

Avond
Als we ’s Avonds in de kroeg zitten, met wat mensen die we kennen van het klimmen. Loopt er een jonge Chinees langs met een Engels cursus boekje in zijn handen. Met horten en stoten maakt hij duidelijk dat hij er graag bij komt zitten om zijn Engels te oefenen. Hij heet Asa en zal de rest van de avond absoluut niets bij leren.
Choi, een Koreaan, is door China aan het reizen met zijn fiets. Op zijn afschuwelijke, te grote, gele, overhemd heeft hij I Ate A Shark geschreven. De scheiding tussen Noord en Zuid-Korea ziet hij als een tijdelijke scheiding, vergelijkt het zelfs met de Berlijnse muur. Peter, een 40-jarige Chinees die de weddenschap heeft verloren, zit een tijdje te schuifelen op zijn stoel voor hij eindelijk durft te vragen of Jocye en Daan, die huisgenootjes zijn, of ze “Gay” zijn? De homofoob lijkt blij met het ontkennende antwoord. Asa, onze leerling, kan geen Engels maar heeft wel massage technieken, en hij verslaat, de inmiddels aangeschoven Nieuw-Zeelanders met handje drukken.

Dag 8
Vandaag doen we niks, wel is de knoop doorgehakt wat betreft verkassen. We blijven in Yangshou. De dames gaan nog een paar dagen verder, en ik ga alleen 30 uur met de trein, terug naar Beijing.

Dag 9
Uitslapen. Een niet nader te noemen persoon heeft vannacht het hele hostel bij elkaar gekotst, het vrouwelijke team member was een drinkcompetitie aan gegaan met een Engels body-buildersteam. Danielle en ik huren een fiets, en rijden richting Dragon Bridge. Een Engelsman springt van de brug, wat hem lovende blikken oplevert van de Chinese fotograferende toeristen. Na wat financieel getouwtrek worden we met een bamboevlot terug gedreven. Geheel volgens afspraak worden we veel te vroeg van het vlot afgetieft. Het is 25 minuten fietsen, een paar willekeurige handbewegingen geven ongeveer de richting aan. We fietsen over een kronkelend pad dat dwars door een dorp gaat. Koeien, honden, kippen en mensen, staren ons aan terwijl we over het hobbelige weggetje richting Yangshou stuiteren. Dit zelfde weggetje betekent even later bijna het einde van het ietwat metroseksuele mandje dat achterop mijn fiets zit gebonden. Het mandje is gevuld met onze afvalresten, waarom ik dit niet meteen de bossen in heb gemieterd komt door mijn Nederlandse milieuvriendelijke gedachtegoed. De Chinezen zelf verzamelen alles in plastic zakjes en pleuren die vervolgens net buiten het dorp van een heuvel af. Eerder kwamen we bij een meer waar een paar duizend maandverbandjes ronddreven en waar Daan uitgleed over een recentelijk gevuld condoom.

Het 2 jarig bestaan van de bar wordt dankzij ons een groot succes. Choi is er ook weer, en hij vraagt zich af waarom Europeanen niet van Karaoke(KTV) houden. Houden wij niet van zingen? Verder verteld hij dat zijn tentje van zijn fiets is gejat, treurig staart hij in zijn glas.

02 mei 2009

Dag 3 Woef
De reis eruit geslapen, en de volgende middag de stad Guilin doorgelopen. Na een paar uur en inmiddels diep in de armere wijken van de stad, komen we een hondenfarm en kippenfokkerij tegen. De honden, rijp voor de slacht, worden onder erbarmelijke omstandigheden per twintig in kleine kooien gepropt. Hier mochten we uitgebreid foto’s van maken, later in het kippen gedeelte van de half overdekte hal wordt er na een paar klikken al gezegd dat dat niet mag. De resten hondenvacht liggen voor de hal maar de mensen zijn vriendelijk, hun kinderen lopen lachend langs de lugubere slachtbanken. Achter een schot horen we de laatste kreten van een hond, iets verderop liggen plasjes donkerrood bloed. Een vismarkt een stuk verder op ruikt dan weer naar natte hond, de geur die we eerder geslacht hoorden worden en die ik enkele dagen bij me draag omdat mijn voet wegzakt in een gootje gevuld met een rivier van visorganen.
In de kleine gezellige straatjes van Guilin’s hutong. Reageren de kinderen alsof ze nog nooit een blanke hebben gezien, ze rennen achter ons aan, ondertussen roepend: “Lao Wai, Lao Wai!”, wat zoiets betekend als oude vreemdeling. De groep wordt steeds groter, we vragen de weg en lopen terug richting het hostel. Guilin is een vrij grote stad maar wij hebben het geluk weg te zijn gelopen van het centrum. De stad wordt omringd door bergen en er loopt een grote rivier door het hart van het commerciële centrum, wat weer een mooi kijkje geeft in de niet op schoonheid berustende Chinese geest. Alles lijkt verder groen, zeker vergeleken met Beijing, waar het pas 2 maanden later volledig tot bloei komt. ’s Ochtends werden we gewekt door een moessonachtige plensbui en in de middag koop ik een pet om mijn neusvleugels nog enigszins te beschermen. Het te kleine namaak Nike petje geeft me de look van een Marokkaans scooterbestuurder van een jaar of 16, maar ik blijf een interessante vertoning met mijn blanke neus en 1m90.
Voor 30Y eten we met zijn vieren en we nemen een fietstaxi die om de twintig meter stopt om het restaurant van een verre oom aan te prijzen, of om ons aan te sporen een toren te beklimmen en ons te wijzen op de felgekleurde “sfeerverlichting”. Als we eindelijk aankomen op een nachtmarkt, wat uiteraard weer een Chinese verschrikking is en we vervolgens nergens een kroeg kunnen vinden besluiten we vroeg naar bed te gaan en de volgende morgen naar Yangshuo te vertrekken. Guilin is geen aanrader maar het belangrijkste is dat we buiten het hostel nauwelijks Europese toeristen hebben gezien, en dat ondanks de miljoen inwoners de buitenwijken aanvoelen als the middle of nowhere.

Dag 4 Bus
Na lang wachten en zoeken hebben we eindelijk de streekbus te pakken waar Joyce haar zinnen op heeft gezet, en terecht. De airco staat aan, ondanks dat de bus nog leeg is, dus het vriest. Mensen staan langs de weg te wachten en de bus stopt alleen als ze op tijd reageren op de vanuit de open deur door de conductrice toegeschreeuwde eindlocatie. De chauffeur ramt met een spastische arm onophoudelijk op zijn claxon. Als er een moment stilte is hoor ik op de achtergrond nog net het geweld van Rambo II die op de kleine schermpjes eigenhandig half Azië in de as legt. Als ik vervolgens weer op de weg let, wordt het duidelijk dat het compleet normaal is om in een bocht, heuvel op, drie collega bussen in te halen op een twee richtingweg. In dit uitzonderlijke geval is het overbodig om te claxonneren.
Om 13h00 komen we aan en regelen ons hostel, de rest van de middag lopen we door het super toeristische stadscentrum van Yangshou. De honderden venters die je haast aanklampen om hun allegaartje aan rotzooi voor woekerprijzen aan deze veel geprezen vreemdeling te slijten, missen hun uitwerking niet, en al gauw hebben we een afspraak met een gids voor de volgende dag. Ze wist ons al uitbuikend op een terras makkelijk te overmannen met haar steeds lager wordende prijzen. De kinderen in de straten adoreren de blonde godinnen en dit is vooral wederzijds. Yangshou is ongetwijfeld het mooiste gebied van het zuiden. We lopen verder en komen bij de rivier terecht, waar we besluiten wat te rusten. Onmiddellijk worden we aan ons kop gezeurd om een Bamboeraft te huren en even later drijven we gestaag tegen de stroming in met een waterig biertje tussen de knieën geklemd. Als het gezoem van het motertje niet meer opvalt heb je bijna het gevoel in de ongerepte natuur te zijn, gelukkig zijn we in China dus al gauw komt het afval in verschillende stadia van ontbinding voorbij gedreven, lijkt soms zelfs moeite te hebben met de keuze om links of rechts aan het bamboevlot te blijven hangen.
Enigszins aangeschoten van een cocktail eten we toeristenmeuk en onze urendurende zoektocht naar een gezellige bar wordt beloond aan het water, waar we de dag onder het genot van een paar duizend muggen afsluiten met bier en kaartspelen.

Dag 5
De afspraak van 9 is uitgesteld tot 10, onze gids bleek 7 te hebben verstaan en stond dus al drie uur te wachten. De dames verkiezen een scooter boven de avontuurlijkere fietstocht, en dus wordt de omgeving schokkerig van achterop een zoemend scootermobile haastig gefotografeerd. Na anderhalf uur rondrijden door de rijstvelden komen we aan bij een grot met modderbad en natuurlijke warmwaterbron. Na flink afdingen betalen we 100pp, de andere mensen in ons busje betalen ruim het dubbele en krijgen niet de hele toer. Na een spectaculair lage entree brengt een bootje ons naar het hart van DE GROT!, een chinees spektakel zoals alleen een Chinees gebakken lucht kan verkopen. “Kijk die steen lijkt op een aap, en dat is het Coca-Cola flesje!”. Het modderbad is hilarisch, de bron is warm. In de verte hoor ik een aggregaat zoemen om kunstmatig voldoende water in de natuurlijke bron te pompen.
Als we de kunstmatige holte uitlopen, loopt er net een grote groep toeristen naar binnen die worden toegeschreeuwd door een megafoon: “Kijk die steen lijkt op een aap, en dat is het Coca-Cola flesje!”. Een blank gezin kijkt nietsvermoedend om zich heen, zich schijnbaar niet bewust van de mentale beproeving die in de duisternis verscholen ligt.
We rijden verder op de scooters en nemen een maaltijd in een klein dorpje verder op, het is inmiddels vier uur dus we vergaan van de honger. De plaatselijke specialiteit in bier gestoofde vis, blijkt gratig en niet echt lekker, de andere gerechten zijn de beste die we deze week gehad hebben. We rijden naar een park waar we 18pp betalen om een blik te werpen op een 1300 jaar oude boom, gaap. Ook deze festiviteit wordt omringd door honderden venters, en het museum is van een belachelijkheid die zelden op zo’n schaal is waargenomen.
Het laatste stuk op de moto wordt afgelegd nu de ergste hitte is vertrokken en we rijden langs het dorp van onze touroperator, Wendy, zij heeft zichzelf Engels geleerd wat haar een iets makkelijker bestaan op heeft geleverd, haar kind kan studeren.
Onderweg werden we versierd door de geniale openingszin: “Heelllloooo!”. Geil als boter door al deze aandacht gleed onze scooter bestuurd door kapitein Laura bijna tegen een boom. “Foto, Foto!”, voor 1Y springt een boer enthousiast op zijn buffel, waar we plichtsgetrouw allemaal dezelfde foto van maken. Zijn bejaarde vrouw komt in de verte aangerend, fel haar eigen buffel op de kont meppend. Zij wil zo midden in de rijstvelden een graantje meepikken van deze toeristische buitenkans. Vol gas laten we haar in het stof bijten. De buffel loeit gemoedelijk. Zweet druppelt van onder mijn te kleine petje. De zon brand en de scooter pruttelt vrolijk over wat ze in Nederland een mountainbikeparcours noemen.